‘Big data’ wordt door velen beschouwd als een ‘natuurlijke’ uitbouw van de informatiemaatschappij. ‘Big Data’ dat is nog meer informatie dan we al hadden, maar het is vooral ook een steeds beter gebruik van deze informatie. Leerden we onszelf in de negentiger jaar dat we af moesten stappen van het ‘maakbaarheidsideaal’ omdat bepaalde zaken zich nu eenmaal niet lieten regelen; nu, in de een-en-twintigste eeuw lijken we al die zaken alsnog te kunnen gaan regelen, en dat ook nog eens virtueel, veilig op afstand.
In deze vierde en afrondende lezing van 2016, worden de schone beloften en mogelijk utopische vergezichten van ‘Big Data’ getoetst door een filosofisch gedachtenexperiment.
In dit experiment wordt een wereld geschetst waarin alle problemen die aan ‘Big Data’ kleven zijn opgelost.
Alle gegevens die wie dan ook voor welk doel dan ook maar zou wensen te hebben, zijn verzameld, en zijn voor iedereen in transparante, gebruikersvriendelijke systemen toegankelijk.
In deze fictieve wereld zijn er geen mensen die met snode bedoelingen misbruik maken van al die informatie.
Geen dictators die dissidenten de hele dag beloeren, geen ouders die op afstand controleren of hun kind niet ergens een sigaretje rookt. Nee, we hebben alle informatie die we maar willen, en we willen daar allemaal alleen maar de ‘goede’ dingen mee doen.
Het ‘Big Data’-paradijs dat in het gedachtenexperiment beschreven wordt, voelt aan als een ECHT paradijs, als een wereld waarin iedereen zou willen leven. Althans, zo lijkt het.
In het gedachtenexperiment zal echter een verschil aan het daglicht komen tussen informatie en kennis. Een wereld vol informatie kan een wereld zonder kennis zijn.
Na dit gedachtenexperiment zal in de lezing ingegaan worden op de consequenties die dit voor de inrichting van een organisatie moet hebben.
Informatie over de spreker Dr. Thieu Kuijs