[vc_row][vc_column][vc_separator][/vc_column][/vc_row][vc_row][vc_column][vc_widget_sidebar sidebar_id=”sidebar Lezingen 2015″][vc_separator][vc_column_text]

De ‘rationaliteit van het geld’ vanuit politiek Den Haag, wordt nagenoeg direct opgelegd aan een professional in de semi-publieke sector. Dit gebeurt op een manier die mede tot gevolg heeft dat de wetgevende macht en de uitvoerende macht steeds meer samenvallen. Een belangrijke rol hierin wordt vervuld door de monitorende/controlerende instanties die zijn ingesteld als spreekwoordelijke waakhond, denk aan: de Zorgauthoriteit, de Onderwijsinspectie e.m.

Doordat gedetailleerde wetgeving zich richt op professionals lijken bestuurders terzijde te worden geschoven. Daar staat tegenover dat het een bestuursverantwoordelijkheid is, om de randvoorwaarden voor professioneel handelen in de eigen organisatie te bewerkstelligen.

Wat betekent dit voor fundamentele aspecten van ons handelen zoals onze vrijheid, onze verantwoordelijkheid? We gaan er dit jaar van uit dat professioneel handelen, bestaat uit technische -, communicatieve – en morele kwaliteiten van handelen. En daar vloeit een bepaalde typische beroepshouding uit voort, die is gebaseerd op het wederzijdse vertrouwen dat: de goede dingen, ook goed worden gedaan. Daar dient echter wel de ruimte voor te worden gecreëerd, dan wel te zijn.

[/vc_column_text][vc_separator][/vc_column][/vc_row]