SARS COV-2 VACCIN’s: interpretative van de (vrijgegeven) data in NEDERLAND
Het vaccin is met drie verhalen aan het publiek verkocht:
1. Het vaccin beschermt je tegen besmetting, en beschermt anderen ertegen dat jij hen besmet.
2. Het vaccin beschermt tegen de ernstige impact van Covid.
3. Als we ons allemaal laten vaccineren, dan kan het leven weer gaan zoals vroeger, met vliegreizen, dansfeesten, museumbezoek, horecabezoek, en al die andere ‘leuke’ dingen.
Van deze drie verhalen was, gegeven de kennis van TOEN, verhaal 2 analytisch plausibel en enigermate empirisch waarachtig.
De techniek van met name mRna-vaccins leek te moeten werken bij dit type virus. Testen van de vaccins bevestigden dit enigermate: de mensen die in de vaccingroep corona kregen, hadden minder zware symptomen dan mensen die in de controlegroep corona kregen.
Met de kennis van NU, is verhaal 2 nog steeds analytisch verdedigbaar, terwijl de empirische onderbouwing ervan is toegenomen.
In het voorjaar 2021 daalden in bijna alle landen:
• het aantal ziekenhuis- en ic-opnames en
• het aantal sterfgevallen twee tot drie weken nadat een vaccinatiegraad van 30% was bereikt.
Sommige studies wijzen erop dat deze vorm van bescherming tegen Sars-Cov-2 met de tijd afneemt, maar andere studies wijzen erop dat de bescherming tegen ernstige impact toch over langere tijd significant is.
Dit impliceert evenwel niet dat het vaccin voor de totale populatie dit beschermende effect heeft. Waarom dat zo is? Het grootste deel van de populatie ondervindt nagenoeg geen of slechts zeer milde klachten van het virus. De juiste implicatie is dat, gegeven de aanwezigheid van factoren waardoor een individu extra bevattelijk is voor het virus, het vaccin de impact kan afzwakken. Voor deze groep individuen is het onderscheid tussen gevaccineerd zijn en niet gevaccineerd zijn relevant.
Gegeven de kennis van TOEN, is het 1e verhaal weinig plausibel en de empirische onderbouwing was zwak. Weinig plausibel omdat Sars-Cov-2 qua structuur het meest vergelijkbaar is met het verkoudheidsvirus, en bij dat virus vooralsnog geen werkend vaccin is gevonden en daar ook niet meer naar wordt gezocht omdat het opbouwen van antistoffen tegen het verkoudheidsvirus sowieso niet leidt tot immuniteit. Toch was er enige hoop op een uitzondering op deze magere regel: bij het testen van vaccins leken gevaccineerden minder vaak corona te krijgen dan leden van de controlegroep. Pfizer rapporteerde zelfs de spectaculaire ‘beschermingsgraad’ van 97%. Methodologisch was daar fors op af te dingen, maar bij dit type testen laat zich niet meer zekerheid verkrijgen.
Met de kennis van NU
In latere veldtesten zijn de percentages van Pfizer en andere vaccinleveranciers niet bevestigd. Een complicatie (zie boek Covid by Numbers) was en is dat instituten en onderzoekers verschillende testen en criteria hebben gebruikt en gebruiken bij het vaststellen van een besmetting. Belangrijker is het onderscheid tussen ‘besmet zijn’ en ‘besmettelijk zijn’. Epidemiologisch vallen gevaccineerde dragers zonder symptomen in dezelfde categorie als ongevaccineerde dragers zonder symptomen: het zijn beide asymptomatische of presymptomatische besmetters. Ruwweg: het onderscheid tussen gevaccineerden en ongevaccineerden is niet relevant voor Rt.
Uit het feit dat verhaal 1 een fabel is gebleken, volgt niet per se dat her 3e verhaal illusoir is. Dit is afhankelijk van welk maatschappelijk risico we acceptabel vinden. Als we ons richten op het terugbrengen van het aantal besmettingen, dan is verhaal 3 onzinnig: we weten nu dat vaccinatie geen significant effect heeft op het aantal besmettingen, en als we het aantal besmettingen toch omlaag willen krijgen dan moeten we dus andere maatregelen nemen, en die andere maatregelen zullen vast een effect hebben op de ‘leuke’ dingen.
1
Als we ons richten op het terugbrengen van het aantal ziekenhuisopnames, IC-opname of het aantal doden of het terugbrengen van ‘de druk’ op de zorg, maar we beschouwen het aantal besmettingen als proxy, dan is verhaal 3 ook onzinnig, want we kunnen niets doen om de proxy terug te brengen zonder iets van die ‘leuke’ dingen op te geven.
2
Als we ons richten op het terugbrengen van de ‘druk op de reguliere zorg’ en we gebruiken het aantal ziekenhuisopnames of IC-opnames als proxy, dan is vaccinatie van risicogroepen opportuun. Gegeven de huidige, zeer hoge vaccinatiegraad, moet daar echter niet al te veel van verwacht worden. Het is zeer wel mogelijk – en feitelijk zeer waarschijnlijk – dat veel van de ongevaccineerden die nu in het ziekenhuis terecht komen, niet of nauwelijks gebaat zouden zijn bij vaccinatie, bijvoorbeeld omdat het immuunsysteem sowieso niet meer goed werkt.
3
Als we ons richten op het terugbrengen van de ‘druk op de reguliere zorg’ zonder proxy, dan is de meest redelijke oplossing het vergroten van de zorgcapaciteit.
Uit het fabelachtige gehalte van verhaal 1 volgt wel dat het niet goed denkbaar is dat we het risico dat we willen mitigeren, kunnen mitigeren zonder structurele maatregelen die deels ook de ‘leuke’ dingen van het leven structureel zullen raken.